En toen zij over deze dingen spraken, stond Jezus Zelf in hun midden en zei tegen hen: Vrede zij u. En
zij werden angstig en zeer bevreesd en dachten dat ze een geest zagen. (Lucas 24: 36-37)
Iedereen droomt wel eens. Soms zijn dat mooie dromen. Soms is het meer een nachtmerrie. Zojuist lazen we over de discipelen die niet goed weten of ze nu wakker zijn of dromen. Ze denken dat ze een geest zien. Het is ook niet helemaal verwonderlijk dat ze zo denken. Er zijn namelijk bijzondere dingen gebeurt in de dag die achter hen ligt. Eerst waren er die vrouwen die vertelden dat ze een engel hadden gezien die hen heeft verteld dat Jezus is opgewekt. En dat is niet het enige: ze hebben Jezus zelf ontmoet. Als Petrus en Johannes na het horen van dit getuigenis op onderzoek uitgaan zien ze dat het graf leeg is. En Petrus ontmoet Jezus ook. En nu komen twee broeders uit Emmäus binnen, met een verhaal dat ook al zo fantastisch is. Maar voordat ze dat verhaal kunnen vertellen klinkt het uit de mond van de discipelen: De Heere is werkelijk opgewekt!
Dat zeggen is 1. Maar daar volledig van overtuigd zijn is 2. Geloof je dat nu echt? Voor de discipelen blijkt dit geloven toch moeilijker te zijn dan je op grond van hun woorden zou denken. Want als Jezus in hun midden staat schrikken ze: ze denken dat Jezus een geest is. Jezus begroet hen kalm. Vrede zij u, zegt Hij tegen Zijn discipelen. Ook na alles wat er is gebeurd. Ook nadat zij Hem in de steek hebben gelaten tijdens zijn lijdensweg klinkt het hier: Vrede zij u. Wat bijzonder. Christus brengt vrede. Vrede doordat onze zonden door Zijn offer verzoend zijn. Vrede zodat wij kunnen bestaan voor Gods heilig aangezicht.
Maar wat werkt deze vrede uit? Is dat een goed gevoel? Gaat alles dan van een leien dakje? Ruimt God elk obstakel wat wij tegenkomen uit de weg? Nee. Het gaat er in eerste instantie om dat onze zonden verzoend worden. De vrede van God is allereerst vrede met God. Vrede met God doordat Jezus voor onze zonden aan het kruis is gegaan, ja de dood in. Maar… Hij is ook weer opgewekt. En zo klinkt telkens als wij de Bijbel openen Zijn stem in ons midden: Vrede zij u. Zo staat Jezus in het midden van Zijn discipelen. Hij laat aan hen Zijn lichaam zien. De wonden in Zijn handen en Zijn voeten. Hij eet van het voedsel wat ze Hem aanbieden. Dit is geen geest, dit is geen droom. Nee, Jezus staat in hun midden, met een verheerlijkt lichaam. Een lichaam dat wat meegemaakt heeft. Een lichaam wat de sporen van het lijden draagt. Hier staat een mens, maar ook God die door de dood heengegaan is om voor ons het eeuwige leven te verkrijgen.
Jezus leeft. Voor eeuwig.
En wat doet Hij dan? Neemt Hij Zijn discipelen zo mee naar de hemel? Laat Hij deze wereld achter zich? Nee, Hij onderwijst hen uit de Schriften. Hij vertelt wat de kern van de Bijbelse boodschap is: Ik moest lijden, Ik moest sterven, voor jullie en voor allen die Mij zullen dienen. Zodat er verzoening is voor al jullie zonden, zodat jullie kunnen leven met God. Jezus geeft hen inzicht in wat Gods Woord wil zeggen. En Hij geeft Zijn volgelingen een opdracht mee: Ga erop uit en verkondig het Evangelie, dat is: bekering en vergeving van zonden. De eerste getuigen hebben die boodschap doorgegeven totdat dit Evangelie ook u en jou heeft bereikt. Wij hoorden die boodschap, van onze ouders, van onze meester van onze juf, van de dominee. Wat een genade. Wat een vreugde! Maar neem die boodschap dan ook aan. Leef door Christus je leven met God. Hij geeft Zijn Geest om dat vol te kunnen houden. Ook als je de gebrokenheid aan den lijve ondervindt. Door ziekte, door verdriet. Door je eigen zondige falen en tekortschieten. Als alles wat voor jou belangrijk is je ontglipt, al dan niet door eigen schuld, blijft dit ene staan: Jezus leeft! Dat is geen droom, maar liefdevolle realiteit.
Jezus Zelf die tegen ons wil zeggen: Vrede zij u.
Ds. J. Admiraal